JONGE MENSEN
Jonge Mensen
Zeep
Een rabbijn had een buurman die zeepfabrikant was. Zelf zei hij liever: ‘Directeur van een internationale firma in allerlei soorten bad- en doucheproducten.’
Snel voegde hij nog toe: ‘Dus eigenlijk ook een firma in lichaamsverzorging. Vandaag spreken we over skincare en beautyproducten...’
‘Tjonge’, zei de rabbijn, ‘dat is nogal niet wat’. De zeepmaker knikte instemmend en begon uit te leggen: Je moet mee met de moderne tijd, je moet bewijzen dat je
nut hebt.’ Hij kuchte even. ‘Nu we het daar toch over hebben, rabbijn, wat stelt godsdienst eigenlijk voor? Wat voor nut hebben dominees, priesters en rabbijnen?
Kijk naar de ellende en de toestand in de wereld na duizenden jaren godsdienstgeschiedenis. Als godsdienst nut heeft, hoe is dat dan te rijmen?´ Jullie beweren dat de wereld ‘als nieuw’ zou kunnen
worden. Tja, gelooft u het zelf nog?’ De rabbijn zei niets maar nam zijn buurman mee naar buiten. Daar liep een stel jongens, die net op een crossmotor door het weiland had gereden. Ze zaten van beneden tot boven onder de modder. De rabbijn zei: ´Kijk daar nou eens naar. We hebben al generaties lang zeep. Maar zij zien eruit als varkens. Wat heeft zeep dan voor zin?´ De buurman protesteerde: ‘Maar rabbijn, zeep heeft alleen
maar werking als het gebruikt wordt.’
‘Precies’, zei de rabbijn, ‘en met de godsdienst is het niet anders…’.